Inhoudsopgave
Ben je van plan om je huis opnieuw in te richten? Onthoud dan dat het allemaal draait om balans, sfeer en natuurlijk jouw persoonlijke stijl. Wat voor look je ook wilt, er zijn een paar basisregels die je kunnen helpen om van je huis een fijnere plek te maken. Laten we een paar do’s en don’ts bekijken die je zeker in gedachten wilt houden bij je interieurplannen!
Do’s
1. Gebruik één woonstijl als basis
Het is verleidelijk om van alles door elkaar te gooien, maar het werkt het best als je één woonstijl kiest als basis. Je hoeft je echt niet strikt aan alle regels van deze stijl te houden, maar het geeft wel houvast bij het maken van keuzes. Door het kiezen van één stijl als basis creëer je rust en eenheid in je interieur.
Heb je je stijl gekozen? Dan kun je daarna nog genoeg variëren binnen die stijl. Maar met een duidelijke basis zorg je er wel voor dat alles bij elkaar blijft passen.
2. Wees niet bang om te combineren binnen een stijl
Binnen je gekozen woonstijl is er dus zeker wat ruimte om te spelen met verschillende materialen, kleuren en texturen. Durf dus te combineren! Zo maak je het interieur wat spannender en geef je het een persoonlijke touch. Voeg bijvoorbeeld een stoere leren bank toe aan een interieur met veel hout.
Een ander element dat perfect binnen verschillende stijlen past, is een boeddha beeld. Deze beelden geven niet alleen een rustgevende sfeer aan je interieur, maar ze brengen ook een mooie, spirituele energie met zich mee. Plus, een Boeddha beeld voegt net dat beetje extra karakter toe aan je ruimte zonder de balans te verstoren.
3. Tegenpolen trekken elkaar aan
Denk je dat alles in je huis perfect moet matchen? Absoluut niet! Tegenpolen kunnen elkaar juist aantrekken en voor een spannend contrast zorgen. Een strakke, moderne kast naast een vintage tafel kan bijvoorbeeld heel verrassend werken. Het is de kunst om onverwachte combinaties te maken die jouw persoonlijkheid weerspiegelen.
Don’ts
1. Alles tegelijk kopen
Je interieur hoeft natuurlijk niet in één dag klaar te zijn. Sterker nog, het is beter om het stap voor stap aan te pakken. Door alles in één kee aan te schaffen, loop je namelijk het risico dat het er te “gemaakt” uitziet. Het lijkt dan net alsof je een showroom hebt gekopieerd. Koop eerst de grote meubels, zoals en tafel en een bank. Vervolgens vul je de rest aan met accessoires.
2. Verhoudingen uit het oog verliezen
Het is belangrijk om goed op de verhoudingen te letten in je ruimte. Een te grote bank in een kleine kamer of een minuscule bijzettafel in een gigantische woonkamer, dat werkt gewoon niet. Zorg ervoor dat je meubels passen bij de schaal van je ruimte, maar ook bij elkaar. Zo hou je alles mooi in balans.
3. Overal dezelfde patronen
Het gebruiken van dezelfde patronen is een fout die veel gemaakt wordt. Dus pas op! Als alles hetzelfde is, van de kussens op je bank tot het kleed onder de tafel, dan wordt het snel saai. Variatie is key! Door genoeg variatie hou je het geheel levendig en interessant. Wissel af met effen kleuren en verschillende texturen om een dynamisch, maar toch samenhangend interieur te creëren.
Met deze do’s en don’ts in gedachten, kan je vol vertrouwen aan de slag met het inrichten van je huis. Het draait allemaal om het vinden van de juiste balans en het toevoegen van uw persoonlijke touch. Neem de tijd en wees creatief!